Lady Liuwa

Na bijna alles gezien te hebben in South Luangwa National Park proppen we onszelf in een Beechcraft Baron 5-seater en vliegen richting het westen, naar het Liuwa Plains National Park. Hier ondersteunen wij African Parks die het park beheert. We vliegen over fantastische vlaktes en zien de enorme Zambezi onder ons doorkronkelen. Vanuit de lucht zie je niet waar nationaal parken (Kafué, Liuwa, South Luangwa) ophouden en onbeschermd gebied begint. Op deze hoogte zie je pas wat een werk het is om zo’n enorm gebied effectief te beschermen. Liuwa is 3700 vierkante kilometer. 370.000 hectares, of inderdaad: voetbalvelden.

African Parks (AP) is een organisatie die op een innovatieve manier natuur beschermt, zie http://www.african-parks.org/Park_4_Liuwa+Plain+National+Park,+Zambia.html AP krijgt in overeenstemming met de Zambian Wildlife Authority (ZAWA) de verantwoordelijkheid over het beheer van een park en maakt er vervolgens een business-case van. Kortgezegd komt het hier op neer: ZAWA levert de rangers en het mandaat voor het park en AP zorgt voor het dagelijks beheer van het park en gaat op zoek naar investeerders, in dit geval een safaribedrijf dat een commerciële lodge voor toerisme bouwt en exploiteert. Doel is om te zorgen dat een deel van de inkomsten uit het safaribedrijf, dus van het toerisme, terugvloeien naar de lokale bevolking en de kosten van het beheer door AP dekken, zoals de salarissen van de rangers. WWF geeft financiële en technische ondersteuning.

Dit lijkt allemaal helder en eigenlijk wel makkelijk, maar realiteit is dat AP meestal parken kiest die of bijna leeggeplunderd zijn, of verweg en onbereikbaar liggen, en dus over het algemeen niet echt rendabel lijken. En dat is juist wat dit voor WNF zo aantrekkelijk maakt, omdat dit soort parken het vaak afleggen omdat er niemand komt, toerist noch parkwachter. Dus moet je twee en een half uur je plas ophouden in een ietwat klein vliegtuig voordat je daar bent. En moet je (weer!) flink zoeken wil je de drie leeuwen, de wilde honden, of de cheetahs zien. En ja, inderdaad werkt het Zambia Carnivore Programme hier ook en hebben we het privilege om aan te haken en deze schaarse dieren te zien. Waaronder Lady Liuwa, de enige leeuw met een eigen Facebook pagina: http://bit.ly/LadyLiuwa

De tenten waar we in slapen liggen in het kamp midden in een bosje, dat weer midden in de vlakte ligt. De enige beesten die hier in groten getale voorkomen zijn wildebeest (gnoe), oribi (klein hertje) en vogels (heel veel). En wat is wildebeest in de voedselketen? Inderdaad: fastfood voor de carnivoren. Maar voor een gezond systeem met cheetah, hyena, wilde hond en leeuw heb je iets meer nodig dan wildebeest, en toeristen willen ook meer zien dan alleen wildebeest. Dus heeft AP een aantal soorten ge-herintroduceerd, zoals buffels en Afrikaanse elanden, en partners voor Lady Liuwa, die als enige over was gebleven.

Je zit hier echt in een uithoek, één met de natuur. Dat realiseer je je maar al te goed als je ’s avonds in het donker van de eettent naar je slaaptent loopt. Ondanks dat je weet dat lady Liuwa en haar maatjes ver weg zijn (de laatste peiling was 3 uur geleden, 7 km van het kamp), loop je toch wat sneller dan normaal… Maar als je dan de volgende dag het geloei van de voortdenderende gnoe’s hoort, die ene enorme mannetjesleeuw als een koning midden op de vlakte ziet liggen, en óók nog de twee cheetahs mag volgen, weet je dat dit uniek is, en dat het park een enorm potentieel heeft als trekpleister voor toeristen. Moet je niet bang zijn aangelegd, en tegen grote weidsheid kunnen. Bring it on!